Wat Kraamzorg Lianne je kan vertellen over slaap

De volgende blog is geschreven door kraamverzorgster Lianne.

Wat kan een kraamverzorgster vertellen over slapen? Ten eerste: Slaap is heel erg belangrijk!

Veel ouders verdiepen zich natuurlijk goed in de komst van een baby. Wat brengt het met zich mee? Hoeveel huilen ze? Hoe moeten we dat doen met voeden?

Ik volgde eens voor mijn opleiding een bijeenkomst over borstvoeding voor zwangeren en hun partner. Daar werd verteld dat baby’s 8 tot 10 voedingen krijgen per 24 uur. Velen knikten instemmend, 1 man stak zijn hand op en vroeg: ‘betekend dat dat ze ‘s nachts ook moeten eten?’ Ik was verbaasd naar deze vraag, maar de vrouw die de voorlichting gaf voorzag de man van de nodige informatie wat neer kwam op: ‘jazeker’.

Voor mij is dit gesneden koek, maar veel ouders weten dit niet. Je baby is ’s nachts veel wakker. Dat komt deels door honger, maar ook door het ritme wat ze gewend zijn vanuit de buik. Overdag is de mama bezig, met werk, wasjes vouwen, achter peuters aan rennen. En ’s nachts, als ze gaan liggen, wordt de baby in de buik wakker. Het wiegen stopt dan. Dit herkennen veel vrouwen ook wel. Baby’s hebben daardoor een omgekeerd ritme en dit kost even tijd om weer te veranderen. Daarnaast zijn nachtvoedingen totaal normaal voor baby’s tot 10 maanden, mits zij goed groeien en voldoende voeding binnen krijgen overdag. Hoe relaxter je hier zelf in staat, hoe beter je het vol houd.

Wat fijn is om te doen is sowieso zoveel mogelijk slaap pakken op de momenten dat dit wel kan. Bijvoorbeeld overdag na de lunch als je kraamverzorgster er nog is. Of oma of tante Emma even vragen om de baby op schoot te nemen zodat jullie kunnen slapen. Wat ook veel ouders doen is ’s avonds eten, de baby voeden en dat de moeder dan alvast gaat slapen. De vader is dan met de baby en gaat even een paar uurtjes gamen of B&B vol liefde kijken tot de volgende voeding. Daarna pakt mama het weer op zodat papa kan slapen. Zo kunnen jullie het ook een beetje afwisselen. Bij kunstvoeding kan je het gemakkelijker afwisselen, waardoor je dus 6 uur achter elkaar kunt slapen.

Bij borstvoeding is dit wat lastiger, omdat alleen de moeder kan voeden. Veel ondersteuning van de partner is hier wel echt bij nodig. Even wat eten en drinken klaar zetten, kruikjes klaar leggen in bed en een luiertje verschonen. Waar mogelijk kan het fijn werken het samen op te pakken.

Verder is het fijn je baby een beetje te laten wennen aan het dag en nacht ritme. Dit kun je doen door bijvoorbeeld overdag tussen de slaapjes door de gordijnen open te hebben. Te stofzuigen, gewoon met elkaar te praten en je baby niet te lang laten slapen tussen een voeding in. Liever je baby (en dan praat ik over de eerste week) na 3 uur wakker maken voor een voeding dan dat hij ineens 4,5 uur slaapt. Dat wil je liever ’s nachts. Naarmate je baby ouder wordt kan je steeds meer kan werken aan het dag en nacht ritme.

Als je baby goed groeit kun je in de nacht kijken wanneer ze zelf komen voor een voeding. Ze mogen dan gerust een keer 4, 5 of 6 uur achter elkaar slapen (mits de groei goed is). Dit zijn dingen die je kraamverzorgster ook allemaal uitlegt.

In de nacht is het donker en gebruik je een klein lampje (bijvoorbeeld het populaire zoutsteen lampje) en praat je zachtjes met elkaar. Zo blijft het voor je kindje duidelijk dat het nog tijd is om te gaan slapen.

Onthoud verder: Dit is een fase… Het komt uiteindelijk helemaal goed. Als ze 18 zijn slapen ze vast en zeker niet meer bij je in bed. Vraag hulp waar nodig van een specialist en probeer soms ook te genieten van die momentjes samen in de nacht als iedereen verder slaapt. Want alle clichés zijn helaas waar… deze tijd komt nooit meer terug.

Liefs Lianne

Ella: Veel baby’s vinden vanzelf hun ritme, maar soms blijven in- en doorslapen lastig. Onrustige dutjes, veel nachtelijke wakkerworden of stress bij ouders kunnen het zwaar maken. In zulke gevallen kan het fijn zijn dat ik met je mee kijkt en een persoonlijk slaapplan met praktische tips opstel, zodat iedereen beter slaapt en de nachten minder vermoeiend zijn. En onthoud: het komt meestal goed, maar het is oké om hulp in te schakelen als het nodig is.